Deze voorstelling vertelt het verhaal van drie personen die letterlijk gevangen zitten in hun afzonderlijke maatschappelijke situatie.

Het Molukse meisje Dina wordt één nacht in een politiecel opgesloten omdat ze balken heeft gestolen die ze wilde gebruiken ter verdediging van het kraakpand waarin ze woont. Ze moet de cel delen met een Nederlandse bijstandsmoeder die herhaaldelijk bij winkeldiefstal is betrapt. Door hun gedwongen samenzijn krijgen ze enig begrip voor elkaar en elkaars situatie. De nieuwe vriendschap tussen de twee mond uit in het samen de spot drijven met de stoerheid van de aanwezige politieagent. Die nacht droomt Dina over haar vader en haar vrienden, aan wie ze probeert uit te leggen waarom ze in een kraakpand wil wonen.
De kloof tussen Dina en haar vrienden vormt een rode draad door het stuk. Hun dialogen zijn in het Moluks Maleis.

[gallery_bank type=”images” format=”thumbnail” title=”false” desc=”false” responsive=”true” special_effect=”lomo_effect-white-hover_in” animation_effect=”bounce” album_title=”false” album_id=”6″]